Ben ik de enige of kopen jullie zo vaak nieuw spul, dat je er geen last van hebt.
Als een camera mij bevalt, zie ik zo snel niet de noodzaak in van vervanging.
In het analoge tijdperk ging de rubberrand van mijn Minolta 100-300mm objectief lubberen; kwam te ruim in zijn vel te zitten. Ik loste dit simpel op door een strook wafeltjesrubber op maat te knippen en dit met solutie (ja, van de fietsbanden) vast te lijmen. Dwz. geen solutie op het objectief, maar met een overlapping.
Vervolgens ging door het weer-en-wind gebruik de body van de Minolta 7000i geleidelijk aan brokkelen en verpulveren. De invloeden van vocht, hitte, zweet, zonnebrand, stof, etc.
Nu heb ik het gelubber van rubber bij een Panasonic FZ-30. Het rubber op de behuizing, dat voor een betere grip moet zorgen, gaat ruimer op de behuizing zitten, er komen luchtbubbels onder en het gaat los zitten.
Ik zie een camera als een stuk gereedschap, ga er voorzichtig mee om, maar toch. Ik sta er van te kijken dat camera's door het gebruik als het ware “uit elkaar gaan vallen”.
Herkenbaar probleem? Hoe lossen jullie dit op?